Jumper’s knee

De knieschijf is het grootste sesambot van het lichaam. Een sesambot is een los botstuk dat zich in het verloop van een pees bevindt. De kniepees (patellapees) komt van de vierkoppige dijbeenspier (m. quadriceps) en loopt over de knieschijf heen en hecht op het onderbeen aan.

Een kniepeesontsteking (apexitis patellae) wordt ook wel jumper’s knee, springersknie genoemd. De blessure komt voornamelijk bij sporttakken waar veel gesprongen en gelopen wordt voor, maar kan ook werkgerelateerd zijn.

De irritatie aan de kniepees kan door sportgebonden of persoonsgebonden factoren veroorzaakt worden. De sportgebonden factoren zijn onder andere terug te vinden in veel explosieve acties, een harde ondergrond of bijvoorbeeld slecht sportschoeisel. De persoonsgebonden factoren kunnen onder andere een te beweeglijke knieschijf (hypermobiel) zijn. Daarnaast behoren standsafwijkingen van de knie tot risicofactoren, maar ook verkorte bovenbeenspieren kunnen de klachten provoceren. Ook een afwijkende voetvorm kan aanleiding tot de klachten geven.

Aan de hand van het klachtenpatroon kan het stadium van de blessure worden onderscheiden. De stadia van de blessure kan aan de hand van de volgende symptomen worden ingeschaald.

  1.  Pijn na de belasting
  2. Pijn bij aanvang en na afloop van de belasting
  3. Pijn tijdens en na de belasting
  4. Vanwege de pijn is de belasting nauwelijks meer mogelijk
  5. Scheur (ruptuur) van de kniepees

Symptomen jumper’s knee

Mensen met een kniepeesontsteking klagen over pijn aan de onderzijde van de knieschijf. Soms is er pijn aan de bovenzijde van de knieschijf of aan het bovenzijde van het onderbeen (tuberositas tibiae). De pijn wordt geprovoceerd door het belasten van de knie zoals bij afzetten, springen of hardlopen, maar kan na een goede warming-up afnemen. Daarnaast zijn activiteiten als traplopen momenten waarbij de irritatie kan opspelen. Vaak is de klacht geleidelijk ontstaan en langzaam erger geworden met een zeurend karakter. Er kan rondom de aanhechting van de kniepees vocht ontstaan. Regelmatig wordt er bij dergelijke klachten over lokale pijn en stijfheid na een inspanning geklaagd. Lang in een positie zitten en autorijden kunnen de pijnklachten provoceren.

Onderzoek en diagnose bij jumper’s knee

Aan de hand van een vraaggesprek en een lichamelijk onderzoek kan de diagnose van een kniepeesirritatie worden vastgesteld. Kenmerkend hier bij is dat de aanhechting van de pees drukpijnlijk is en dat deze verdikt kan zijn. Daarnaast zijn er specifieke testen die de klacht kunnen provoceren en het kan zijn dat de omvang van de beenspieren is geslonken (atrofie) als gevolg van de pijn.

Door middel van een echografie kan de conditie van de pees in beeld gebracht worden en kunnen eventueel andere aanwezige klachten worden uitgesloten. Hierbij moet opgemerkt worden dat ook bij mensen zonder klachten afwijkingen gezien kunnen worden.

Conservatieve behandeling jumper’s knee

De conservatieve behandeling van de kniepeesontsteking ligt over het algemeen op het herstel van de belasting en de belastbaarheid en op het bevorderen van het herstel van de pees. In eerste instantie kan er relatieve rust worden voorgeschreven waarbij de belastende activiteiten uit de weg gegaan moeten worden. Er zal een gedoseerd herstelprogramma uitgevoerd worden dat ook door een fysiotherapeut begeleid kan worden. De hersteltijd bij dergelijke blessures is wisselend en is van verschillende factoren afhankelijk. Een zogeheten patellabandje kan de druk van de pees afhalen en hiermee de pijn verlichten.

Een bekende methode voor oefentherapie is een excentrisch oefenprogramma. Een excentrische aanspanning van een spier betekent dat het spier-peescomplex langer wordt terwijl de spier aanspant. De werking van de oefeningen is nog onbekend, maar waarschijnlijk wordt het herstel van de pees door de oefeningen bevorderd.

Door fysiotherapeuten kan er dry needling /andullatietrillingen therapie worden toegepast.

Operatieve behandeling jumper’s knee

Als de conservatieve behandelingen geen of onvoldoende resultaat geven kan een operatieve behandeling overwogen worden. Er zijn vele operatietechnieken bekend. Er zijn operatietechnieken die via een open procedure worden uitgevoerd, maar er zijn arthroscopische technieken bekend. Bij een open procedure wordt er een verticale snede over de kniepees gemaakt. Vervolgens wordt het ontstoken en versleten (gedegenereerde) weefsel uit de pees verwijderd. Daarna wordt de pees opnieuw gehecht. Bij de arthroscopische ingreep wordt de pees schoongemaakt (gedebrideerd) en wordt het botgedeelte waar de pees aanhecht glad gemaakt. De operatie heeft een lange revalidatieperiode tot gevolg waarbij de belasting rustig moet worden opgebouwd.