De runners knee is een veel voorkomende oorzaak van pijn aan de buitenzijde van de knie en wordt regelmatig bij hardlopers gezien. Vandaar dat de klacht.
Symptomen runners knee:
Pijn buitenzijde knie, doffe tot scherpe, stekende pijn knie, pijn tijdens of na hardlopen en / of traplopen.
Onderzoek en diagnose runners knee:
Lichamelijk onderzoek, echografie, manuele check.
Behandeling:
Fysiotherapie, analyse looppatroon, evt inlegzooltjes of ander schoeisel
Bij slijmbeursontsteking evt medicatie / ontstekingsremmende injectie
Uitzonderlijke gevallen operatie
De medische benaming voor een runners knee / lopersknie is het Tractus Iliotibialis Frictie Syndroom (TIFS).
De runners knee is een veel voorkomende oorzaak van pijn aan de buitenzijde van de knie en wordt regelmatig bij hardlopers of bij sporten met veel loopvermogen gezien. Vandaar dat de klacht lopersknie of runners knee wordt genoemd.
Symptomen runners knee
Bij een runners knee is er meestal tijdens het lopen pijn aan de buitenzijde van de knie aanwezig die kan doortrekken tot aan de bovenzijde van het onderbeen. Er kan een doffe tot scherpe, stekende pijn aanwezig zijn. De klachten beginnen over het algemeen met een lichte irritatie en kan tijdens het hardlopen progressief toenemen. De pijn kan in zo’n mate toenemen dat er direct gestopt moet worden met hardlopen. Hiernaast kan de pijn ook na het hardlopen (de volgende dag) optreden. Dit kan bijvoorbeeld tijdens het traplopen gemerkt worden.
Onderzoek en diagnose bij runners knee
Aan de hand van een vraaggesprek en een lichamelijk onderzoek kan de diagnose gesteld worden. Vaak is de pijn goed aan te wijzen (palperen) en er zijn specifieke lichamelijke testen die de klachten kunnen provoceren. Eventueel kan echografie de diagnose bevestigen.
Behandeling runners knee (manuele check)
Het is belangrijk om de oorzaak van de klacht te achterhalen om een goede behandeling te starten. De behandeling zal voornamelijk uit fysiotherapie bestaan. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan rekoefeningen van de peesplaat en bilspieren, massage, het opheffen van bewegingsbeperkingen in lage rug, heup, bekken, knie en enkel en er kan een oefenprogramma gevolgd worden. Daarnaast zal er een aangepast trainingsschema gevolgd moeten worden.
Ook een loopanalyse van de stand van de voeten en het looppatroon en eventueel het gebruik van inlegzooltjes of ander schoeisel kan tot verbetering van de klachten leiden.
